Manifest voor Bioculturele Verscheidenheid

Volgens het rapport van de Verenigde Naties over biodiversiteit zullen in de komende jaren een miljoen soorten van de planeet verdwijnen. Tegelijkertijd weten we, zoals de UNESCO verklaard heeft, dat de achteruitgang van de biodiversiteit rechtstreeks invloed uitoefent op de culturele en linguïstische diversiteit. Vandaag telt een derde van de talen in de wereld nog slechts duizend sprekers, en verwacht wordt dat een meerderheid van die talen in de komende eeuw zal verdwijnen. Cultuur wordt onherroepelijk beïnvloed door lokale en specifieke relaties tussen mensen en hun omgeving, hetgeen resulteert in een verscheidenheid van waarden, kennis en praktijken met betrekking tot biodiversiteit in al haar dimensies (met inbegrip van genen, soorten en ecosystemen). Tegelijkertijd wordt het behoud van de biodiversiteit uitgedrukt in woorden en woordenschat die gevormd zijn door de sociale genen van de cultuur.

Met dit manifest erkennen wij dat biodiversiteit en culturele diversiteit nauw met elkaar verbonden en onderling verweven zijn. Volgens recente wetenschappelijke studies neemt de bioculturele diversiteit wereldwijd sterk af – ook al hebben verschillende staten wetten en strategieën ingevoerd om de bestaande biodiversiteit te beschermen. Als ondertekenaars zijn wij van mening dat dit een zaak is die duidelijke actie verdient. Wij bevestigen ook dat er dringend moet worden opgetreden tegen het feit dat de taalkundige en culturele verscheidenheid in één beweging aan het verdwijnen is.

Dit manifest tracht zichtbaar te maken op welke wijze wij deze onderlinge verbindingen tot stand brengen, en tevens manieren te ontwikkelen om een positieve bijdrage te leveren aan het behoud van de complexiteit van de gemeenschappen die overal om ons heen bestaan; het doel is te komen tot een duurzame toekomst en een wereld waarin verschillende universa naast elkaar kunnen bestaan. Daartoe willen wij de systemische verbanden beschrijven die, op mondiaal en lokaal niveau, het verdwijnen van de bioculturele diversiteit met elkaar in verband brengen.

Systemen van culturele praktijken en kennis, overgedragen via taal en taalcultuur, hebben een positieve of negatieve invloed op onze benadering van het behoud van de hulpbronnen en de biodiversiteit van de aarde. Daarom moeten wij onze culturele praktijken omvormen en taalgewoonten ontwikkelen die verband houden met duurzaamheid en coëxistentie, om onze kansen op succes te vergroten.

Economie en milieu

De mensheid en de natuur zijn met elkaar verbonden, net zoals de mensen met elkaar verbonden zijn in de wereld. Inzicht in de onderlinge samenhang tussen natuur en samenleving is van essentieel belang om het hoofd te kunnen bieden aan een veranderende wereld, de nodige aanpassingen te kunnen doorvoeren en veerkracht te kunnen organiseren. Het huidige economische systeem is gebaseerd op een dogma van extractie, waarbij de hulpbronnen als onuitputtelijk worden beschouwd. De cumulatieve effecten van dit extractiegedrag tasten de bioculturele diversiteit aan; bovendien beletten zij ons onszelf te zien als een soort die deel uitmaakt van dit ecosysteem.

Regeringen, openbare en particuliere organisaties en de samenleving als geheel moeten ter verantwoording worden geroepen voor hun daden, transparant zijn over hun praktijken en overschakelen op nieuwe visies en positieve strategieën. Zij moeten rekening houden met de materialiteit van natuurlijke hulpbronnen en met de betekenissen en verhalen die deze materialen in verschillende culturen belichamen. Om op deze specifieke uitdaging te reageren, stellen wij de volgende acties voor:

– Creatie van een productielabel voor culturele diversiteit en biodiversiteit (b.v. vergelijking van de verhouding tussen inheemse en niet-gecultiveerde grond, in relatie tot monoculturen, of de diversiteit van culturen en herkomst van personen in organisaties).

– Invoering van een specifiek matrixprogramma voor organisaties die dit label behalen, alsook voor de garantie van praktische acties met betrekking tot het behoud van de culturele diversiteit en de biodiversiteit.

– Formalisering van een brede definitie van bioculturele diversiteit en een bijbehorende kwantitatieve index (op basis van reeds bestaande indexen zoals de entropie, de index van Shannon, de index van Simpson of de index van Berger-Parker, bijvoorbeeld).

– Bevordering van onderzoek naar de herverdeling en de kosten van het behoud van de biocultuur in de prijs van eindprodukten (cultuurprodukten, grondstoffen, voedingsmiddelen, enz.).

– De ontwikkeling van overheidsbeleid dat gericht is op het behoud van de culturele perspectieven van alle betrokkenen, met het oog op de onderhandelingen over een duurzame economie, om ervoor te zorgen dat geen enkel ecosysteem zonder representatieve cultuur achterblijft.

– Aanmoediging van particuliere en overheidsorganisaties om de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties met betrekking tot de bioculturele diversiteit aan te nemen.

– Onderzoek naar de haalbaarheid van het opnemen van biosystemische impact, herverdeling, governance en belastingheffing in nieuwe cryptocurrencies.

– Bevorderen van en bijdragen tot onderzoek naar en documentatie van wereldwijde initiatieven inzake bioculturele diversiteit, zodat sommige praktijken op andere plaatsen kunnen worden overgenomen.

– Het opzetten van concrete acties voor dialoog en duurzame relaties voor het lokale milieu.

Onderwijs en bewustmaking

Er is in onze samenlevingen dringend behoefte aan stimulering van begrip, bewustwording en kritische bezinning ten aanzien van de relatie tussen cultuur, taal en verscheidenheid; in die zin is onderwijs een sleutelfactor bij de bewustmaking van alle generaties. Als structureel en sociaal proces moet onderwijs niet worden gezien als een verticale operatie (zij die kennis hebben tegenover zij die deze nodig hebben), maar als een horizontale en gedeelde circulatie van praktijken en kennis. Het moet ieder individu in iedere groep omvatten, ongeacht zijn of haar situatie in de samenleving. Onze definitie van onderwijs is geworteld in de middelen die het delen van praktijken en kennis mogelijk maken, via een op samenwerking gebaseerde aanpak en geïnspireerd door een ethiek van transcontextualiteit. Vanuit dit oogpunt is de geleidelijke bewustwording van diversiteit, via de middelen die het onderwijs biedt, een dwingende noodzaak; zij moet worden beschouwd als een positieve factor in de opvoeding van elke burger.

Voorts moet onderwijs in verband worden gebracht met het begrip overdracht, vooral wanneer het gaat om de overdracht van uiteenlopende praktijken en kennis die binnen culturele en sociale groepen bestaan; dit omvat inheemse volkeren en mag niet beperkt blijven tot onderzoekers, leraren of personen die door erkennings- en certificeringssystemen als legitiem worden beschouwd. Bij de bewustmaking inzake biologische, culturele en taalkundige diversiteit moeten dus verschillende belanghebbenden worden betrokken. Via een evenwichtige aanpak stellen wij de volgende elementen voor, die aan bod moeten komen bij educatie en bewustmaking inzake culturele biodiversiteit:

– Diversiteit (zowel biologisch, cultureel als linguïstisch) moet in het leerplan worden opgenomen om haar in haar complexiteit te behouden, waarbij antropologie, landbouw, ecologie, milieustudies en sociale wetenschappen worden vermengd.

– Wat de bewustmaking van de bioculturele diversiteit betreft, moeten kinderen, volwassenen en alle sociale groepen worden aangesproken met leermethoden die aan de realiteiten en behoeften van elke bevolkingsgroep zijn aangepast.

– Daartoe is er ook dringend behoefte aan de ontwikkeling van nieuwe programma’s, curricula en cursussen die in samenwerkingsverband worden opgezet en gepresenteerd, met gebruikmaking van een verscheidenheid aan methoden, instrumenten, benaderingen en inhoud.

– Het is van belang alternatieve leermethoden te bevorderen: meeslepende ervaringen, uitwisselingsbezoeken, workshops, spelletjes en duurzame technologieën moeten op ethische wijze worden gebruikt in het hart van een milieugerichte aanpak.

– Wat leeromgevingen betreft, moeten scholen en onderwijsruimten zo worden ontworpen dat zij de plaatselijke bioculturele diversiteit weerspiegelen, overeenkomstig de behoeften van een duurzame aanpak. Daarnaast, en waar mogelijk, moet het leerproces buiten scholen en onderwijsruimten kunnen plaatsvinden; dit moet het mogelijk maken ervaringen op te doen met biodiversiteit en cultuur in een omgeving die concrete ervaringen biedt om te leren, te behouden, te bewaren, aan te moedigen en te ontwikkelen.

– Externe belanghebbenden moeten worden uitgenodigd om bij te dragen aan de curricula, de filosofieën en de realiteiten van het leren en het bewustzijn.

– Aangezien visuele aspecten zeer belangrijk zijn voor de bevordering en overdracht van ideeën betreffende de bioculturele diversiteit, moeten ideeën en concepten waarbij interactieve technologieën een rol spelen, worden aangemoedigd, zowel om inspirerende werken te creëren als om het onderzoek te voeden.

– Onderwijs moet worden opgevat als een middel om het idee van verscheidenheid als iets positiefs, waarvoor men zich moet inzetten, aan te moedigen, te voeden en te verspreiden, met het oog op de verdediging en het behoud ervan.

– Onderwijs gaat ook over het leren delen van actie en zorg; het gaat er dus om zich bewust te zijn van de inherente en onderling verbonden systemische complexiteit van de aard zelf van diversiteit, om de voorstellingen en opvattingen van de wereld die binnen samenlevingen circuleren te bestuderen.

– De analyse en bevraging van betekenis, in de ruimste zin van het woord, is ook noodzakelijk voor een respectvol evenwicht tussen leren en overdragen, door de studie van vooroordelen, archetypen, symbolen, voorstellingen en stereotypen.

– Een ander belangrijk punt is de studie en verspreiding van concepten van evenwicht en harmonie, om het verband tussen menselijke samenlevingen en hun omgeving te begrijpen en te conceptualiseren.

De ondertekenaars

Dit manifest is het resultaat van een gezamenlijke schrijfsprint die op 23 en 24 oktober 2019 werd georganiseerd in Wenen, binnen de verkenningsruimte van de Oostenrijkse Academie van Wetenschappen. Het geeft de discussies, overeenkomsten, standpunten en perspectieven weer die naar voren zijn gekomen tijdens een proces van gezamenlijke inhoudelijke creatie; dit proces bracht een heterogene groep van geëngageerde personen samen om aan de eerste ontwerpen van dit document te werken. Wij ontmoetten elkaar en werkten twee dagen samen om complementaire kennis te delen die een mengeling was van biologie, taalkunde, menswetenschappen, duurzame ontwikkeling, sociologie, design en computerwetenschap. De deelnemers vertegenwoordigden verschillende instellingen als onderzoekers, praktijkmensen en activisten uit Oostenrijk, Brazilië, El Salvador, Frankrijk, Duitsland, India, Mexico, Portugal, Spanje en Zweden. Dit manifest is ook het resultaat van een tweede fase die op de sprint volgde: het werd gematerialiseerd via een collaboratief online schrijfproces dat openstond voor andere deelnemers.